Het Kralingse Bos, 8x groter dan het Vondelpark en 4x groter dan het Haagse Bos wordt in de jaren 20 van de vorige eeuw een kleine hoogvlakte in het lage polderlandschap. Opgehoogd met slib en baggerspecie uit de nieuwe Waalhaven. Rotterdam krijgt zijn park, al duurt het tot 1 augustus 1950 voordat het permanent wordt opengesteld voor het publiek.
De achtertuin van Rotterdam
De achtertuin van Rotterdam, Het Kralingse Bos door de jaren heen, is een bijzondere biografie, omdat auteur Martine van Rooijen het bos ooggetuige maakt van de 20ste eeuw. Vanaf de Eerste Wereldoorlog tot aan de hedendaagse boswachter met bodycam. Een boek vol prachtige fotografie, rijk aan details. Bijvoorbeeld over het Holland Pop festival in 1970, een feest van vrede, vrijheid en flower power. Naar schatting bezocht door 100.000 jongeren die 340 kubieke meter vuil achterlaten. Lees het artikel op elders op GroenVandaag.
Het boek is ook een loofzang op het stadspark. Vol verhalen van mensen die ermee zijn opgegroeid en er zoete herinneringen aan hebben en nog steeds maken. Tussen de beuken die mogen blijven, de opdringerige esdoorns die in toom gehouden moeten worden en de inheemse eiken waarover wordt gewaakt en waarin wel 100 insectensoorten leven.