Luchtplantjes – Niet alle planten hebben aarde nodig. Dat geldt zeker voor luchtplantjes. Deze plantjes zijn in staat hun voeding en vocht voor het grootste deel uit de lucht te halen. Daardoor groeien ze zelfs op de meest ongewone plekken. Ze worden ook wel epifyten genoemd, plantjes die op levende planten groeien zonder hieraan voedingsstoffen te onttrekken. Luchtplantjes zijn onderhoudsarm, maar hebben wel aandacht nodig.
Luchtplantjes
Tillandsia
Luchtplantjes komen van oorsprong uit regenwouden in Midden- en Zuid-Amerika, en behoren tot de Bromeliafamilie. Om deze reden is de plant gewend aan een hoge luchtvochtigheid, die je thuis in stand kunt houden met regelmatige sproeibeurten, waarvoor je gewoon de plantenspuit kan gebruiken. Verder is de plant vrij makkelijk in de verzorging. Zolang je de plant op een goede plek zet, is het niet erg als je deze eens vergeet water te geven. Luchtplantjes zijn er in diverse varianten en met verschillende accessoires. Lees hieronder de 10 verzorgingstips.
10 tips voor het verzorgen
1. Luchtplantjes houden van licht maar niet zo erg van zon. Geef de plantjes een plaatsje vlak bij het raam waar de zon niet direct op schijnt. Als je de plantjes ergens instopt (zoals een stolp of een hanger) zorg er dan voor dat er ook genoeg licht bij het plantje kan komen.
2. Let op de temperatuur. Hoewel luchtplantjes van nature niet erg kieskeurig zijn en temperaturen tussen de 10℃ en de 40℃ kunnen verdragen, is een temperatuur van zo’n 20℃ te adviseren. Wanneer de temperatuur wat warmer wordt hebben ze wat vaker water nodig.
Luchtvochtigheid
3. Houd de luchtvochtigheid in de gaten. Zodra de lucht rond de plantjes te droog wordt, is het voor de plantjes zeer moeilijk om genoeg water en dus voeding uit de lucht te halen. Zet of hang de plantjes nooit boven de verwarming. Merk je dat de lucht toch erg droog is in huis? Geef de plantjes dan gerust wat vaker water.
4. Luchtplantjes houden van bewegende lucht en een plaatsje waar vaak wordt geventileerd. Let wel op dat er niet teveel heel koude lucht bij de plantjes komt.
5. Luchtplantjes houden van zacht water. Regenwater is uitermate geschikt voor de luchtplantjes maar ook zacht kraanwater. Het water mag niet te koud zijn, handwarm water (zo’n 35℃) is ideaal.
6. Luchtplantjes hebben een soort biologische klok. Een ochtendbadje doet ze goed.
In bad
7. Geef voldoende water. Hoewel de naam anders doet vermoeden, hebben ook luchtplantjes regelmatig wat water nodig. Dit kan op verschillende manieren. Met de plantenspuit de bladeren van de plant licht met water bestuiven of de planten in een bak met water dopen.
8. Laat de plantjes drogen! Luchtplantjes moeten na het water geven in 3 à 4 uur weer helemaal droog zijn om rotting te voorkomen. Dit lukt het beste door de plantjes na het water geven voorzichtig op zijn kop uit te schudden, zodat het meeste overtollige water van de plantjes afvalt. Zo voorkom je dat het water in de basis van de plant gaat zitten en deze vanuit de basis gaat rotten.
9. Heb je de plantjes net ontvangen, ben je een paar weken op vakantie geweest, voelt het plantje erg droog aan of beginnen de puntjes bruin te worden? Dan kan het nodig zijn om de luchtplantjes eens uitgebreid in bad te doen. Vul hiervoor een bak met handwarm (regen) water en dompel de plantjes hierin. Laat de basis van de plant een beetje boven het wateroppervlak uitsteken. Meestal is 1 à 2 uur lang genoeg voor de plantjes om in bad te gaan, maar bij extreme droogte kunnen ze ook een nachtje in het water gelegd worden. Zorg na een badje wel dat je ze lang genoeg op hun kop laat staan zodat al het overtollige water er weer af kan.
Luchtplantjesvoeding
10. Geef de plantjes af en toe wat luchtplantjesvoeding. Hoewel de plantjes hun meeste voeding uit de lucht en het water halen kan het geen kwaad om de plantjes af en toe te bestuiven met speciale voeding voor luchtplantjes. Deze voeding bevat precies de goede verhouding voedingstoffen, zodat de plantjes niet teveel gevoed worden. Daarnaast bevat de voeding ook water, het is dus niet nodig om de plantjes daarna extra water te geven.
Meer over luchtplantjes en epifyten
Lees ook deze artikelen op GroenVandaag:
