’s GRAVELAND – Nationaal Tuinonderzoek. Uit het Nationaal Tuinonderzoek blijkt dat 81% van de deelnemers iets extra’s wil doen voor de natuur. Natuurmonumenten deed onderzoek naar ruimte voor natuur in Nederlandse tuinen. 43.942 mensen vulden de enquête in. Dat grote aantal laat zien dat ‘de groene tuin’ zeer actueel is. En dat is goed nieuws voor de natuur: ruim 56.000 hectare grond in Nederland is privétuin, als daar meer ruimte komt voor natuur, profiteren heel veel planten en dieren daarvan.

Nationaal Tuinonderzoek

korenbloem, gouwenaar

Natuurmonumenten

Door corona lijkt een herwaardering van de natuur te ontstaan, blijkt uit het Nationaal Tuinonderzoek. Dat uit zich niet alleen in vele bezoekers in natuurgebieden, maar ook in de manier waarop mensen met hun tuin omgaan. “Meer dan ooit werken mensen in de tuin en genieten ze van alles wat er dicht bij huis groeit, bloeit, zoemt en fladdert,” zegt Mathiska Lont, boswachter bij Natuurmonumenten. En dat is goed nieuws voor de Nederlandse natuur. Nederlandse én internationale onderzoeken tonen keer op keer aan dat Insecten dramatisch afnemen. In de natuur hangt alles met elkaar samen: zonder bomen geen bloesem, zonder bloesem geen insecten, zonder insecten geen vogels. Juist die variatie is belangrijk om alles in evenwicht te houden. Ruim 56.000 hectare grond in Nederland is privétuin en daar werkt het precies hetzelfde: hoe meer variatie, hoe beter. De inrichting van tuinen is, zeker binnen de stedelijke omgeving, voor biodiversiteit zeer belangrijk.

dipsacus-kaardebol

Extra

Respondenten werd gevraagd of ze wat extra’s wilden doen voor de natuur in hun tuin. Bijvoorbeeld of ze een rommelhoekje wilden maken, een waterbak neerzetten, een nestkast of insectenhotel ophangen. 81% van de deelnemers wil minimaal één ding extra doen voor de natuur. Het zijn kleine aanpassingen maar voor dieren van grote waarde. Koolmezen, egels, bijen of vlinders vinden zo voedsel, veiligheid en de mogelijkheid om zich voort te planten. De tuin is dan niet alleen een plek voor een kop koffie op het terras of de barbecue, maar ook een aantrekkelijker leefgebied voor dieren.

Groene ambitie

Opvallende uitkomst van het Nationaal Tuinonderzoek is dat oudere mensen een groenere tuin hebben. 67% van de mensen ouder dan 50 jaar heeft minder dan de helft van de tuin betegeld, tegenover 48% van de mensen jonger dan 50 jaar. Maar er is hoop: de jongere generatie heeft juist grotere ambitie om natuur meer de ruimte te geven in hun tuin. 63% van de mensen jonger dan 50 jaar geeft aan dat ze van plan is het komend jaar bestrating of schuttingen te vervangen door groen.

klaprozen

De lucht in

Zorgen zijn er over de lage ambitie om tegels te verwijderen en te vervangen door planten. De respondenten geven aan dat ruimtegebrek vaak een reden is om een flink stuk betegeld te houden, waardoor er minder ruimte is voor planten. 
Mathiska Lont: “Maar ook daar is een oplossing voor. Heb je weinig ruimte, ga dan de hoogte in!” Veel respondenten zien dat ook in; van degenen die nu nog een kale schutting of muur hebben, geeft zestig procent aan dat ze die het komend jaar willen laten begroeien (53%) of vervangen door struiken of een heg (6%). “Een klimop neemt amper meer ruimte in dan een kale schutting. Hij biedt ons verkoeling en voor veel vogels is het een prima plek om een nestje in te bouwen.”

aardhommel, nederlandse natuur

Tuin is natuurgebied in het klein

Nederland is rijk aan verschillende landschappen: bos, kwelders, heide, stuifzand, grasland. In Nederland komen zo’n 28.000 diersoorten voor, waaronder 200 soorten broedvogels en 20.000 soorten insecten. Natuurmonumenten werkt er hard aan om die gebieden te beschermen en te behouden. Maar ook tuinen vormen een belangrijk ‘landschap’ waar veel dieren kunnen wonen. Mathiska: “We willen mensen bewust maken van wat ze zelf kunnen doen voor de natuur. En dat er heel vaak nog wel wat extra’s kan. Een struik, een waterbak, een nestkastje. Het hoeven geen grote verbouwingen te zijn, insecten en vogels maak je met kleine dingen al heel blij. Waarom zou je het dan níet doen?”