De achtertuin van Rotterdam– Een park voor arbeiders moet er komen. Waar de kinderen uit de grauwe en vervuilde straten ravotten; waar hun ouders in hun schaarse vrije tijd uit wandelen gaan. Zo neemt burgemeester Zimmerman in 1906 het voortouw om van Rotterdam een ‘woonstad van schoonheid en belangrijkheid’ te maken en wordt in 1911 besloten om rond de oude veenput Kralingen een parkbos aan te leggen.

De achtertuin van Rotterdam

Met het opkrikken van de leefomstandigheden dienen gemeentebestuur en havenbaronnen in de gezondheidscommissie ook hun eigen belangen. Een fitte arbeider is een productieve en een groen Rotterdam stopt de uitstroom van welgestelden.

1. Op de golfbaan, eind jaren 60 – 2. Een zomerse dag in de jaren 30 – 3. Steiger voor zeil- en plezierboten, 1939

Het Kralingse Bos

Het Kralingse Bos, 8x groter dan het Vondelpark en 4x groter dan het Haagse Bos wordt een kleine hoogvlakte in het lage polderlandschap. Opgehoogd met slib en baggerspecie uit de nieuwe Waalhaven. Rotterdam krijgt zijn park, al duurt het tot 1 augustus 1950 voordat het permanent wordt opengesteld voor het publiek.

De achtertuin van Rotterdam, Het Kralingse Bos door de jaren heen, is een bijzondere biografie, omdat auteur Martine van Rooijen het bos ooggetuige maakt van de 20ste eeuw. Vanaf de Eerste Wereldoorlog tot aan de hedendaagse boswachter met bodycam. Een boek vol prachtige fotografie, rijk aan details.

Afwerpen en verzamelen van voedselpakketten in het Kralingse Bos.

Werkverschaffing

Bijvoorbeeld over de werkverschaffingsprojecten uit de jaren 30. Werkloze arbeiders worden verplicht om op zelf betaalde klompen en met zelf betaalde spaden greppels en sloten te graven om zo hun verloren arbeidsvreugde terug te vinden, terwijl de bourgeois in het bos paard rijdt en een golfballetje slaat.

Over het bombardement van mei 1940. Een flink deel van de drie miljoen kubieke meter puin verdwijnt in de Kralingse Plas om door het slappe veen te worden verzwolgen. Op 15 september 1942 wordt het bos verboden voor Joden, tenzij te werk gesteld van 8 uur ’s ochtends tot 6 uur ’s avonds.

Aangrijpend zijn de verhalen van het weeshertje met de koosnaam Bambi en de eekhoorntjes die zo tam zijn, dat Rotterdammers de beestjes mee naar huis nemen, waar ze niet aarden en uiteindelijk opgezet op de schoorsteenmantel eindigen.

1. Boswachters Breure en ’t Mannetje, 1965 – 2. Festivalgangers

Popfestival

Bizar is de anekdote over het beroemde Holland Pop Festival wat van 26 t/m 28 juni 1970 in het Kralingse Bos plaatsvond. Een feest van vrede, vrijheid en flower power. Naar schatting bezocht door 100.000 jongeren die 340 kubieke meter vuil achterlaten. Er wordt een laag aarde overheen gelegd, omdat opruimen ondoenlijk is.

ontspanning

Cyclecross, 1966

Engelse landschapsstijl

Aanvankelijk was het stadspark bedacht in Engelse landschapsstijl, met slingerende paden, waterpartijen, hoogteverschillen en pittoreske doorkijkjes. Maar ten slotte komt er een bijna planloos, door de gemeente aangelegd, bos. Men weet geen overeenstemming te bereiken over de plannen ingediend door tal van tuin- en landschapsarchitecten.

Het boek is ook een loofzang op het stadspark. Vol verhalen van mensen die ermee zijn opgegroeid en er zoete herinneringen aan hebben en nog steeds maken. Tussen de beuken die mogen blijven, de opdringerige esdoorns die in toom gehouden moeten worden en de inheemse eiken waarover wordt gewaakt en waarin wel 100 insectensoorten leven.

Voor Rotterdammers die met het Kralingse Bos opgroeiden, zal dit boek een feest van herkenning zijn. Maar ook voor niet Rotterdammers is De achtertuin van Rotterdam een genot. In de boekenkast misstaat het niet naast De eeuw van mijn vader van Geert Mak.

De achtertuin van Rotterdam, Het Kralingse Bos door de jaren heen is uitgegeven door Scriptum, hardcover, 230 x 280 mm, 216 pagina’s, fullcolour, ISBN: 9789463192507