Tuinvogeltelling 2016  – Vogelbescherming Nederland organiseert vandaag, zaterdag 16, en morgen, zondag 17 januari, weer de jaarlijkse tuinvogeltelling. Doe mee! Met maar een half uurtje tellen draagt u bij aan het grootste publieksonderzoek naar Nederlandse vogels.

Tuinvogeltelling 2016

Iedereen kan meedoen

Noteer een half uur lang alle vogels die u in uw tuin of op het balkon ziet. Vul uw bevindingen in op een speciaal telformulier dat u kunt vinden op de website Nationale Tuinvogeltelling. De ingestuurde gegevens worden gebruikt voor onderzoek naar vogels. Ook wordt aan de hand van alle waarnemingen de Nationale Tuinvogel Top-tien 2011 samengesteld.

Welke vogels kunt u zien in uw tuin?

De Vogelstichting heeft 25 vogels die veel in tuinen voorkomen op een rijtje gezet.

roodborstje   kramsvogel

Zie voor meer informatie ga naar de site en doe mee.

Vogelbescherming

De Nationale Tuinvogeltelling is het grootste citizen science project van Nederland. Vogelbescherming organiseert de telling samen met Sovon Vogelonderzoek Nederland. De Nationale Tuinvogeltelling levert een momentopname van de aantallen vogels die in Nederlandse tuinen aanwezig zijn. De Vogelbescherming  combineert deze met andere tellingen. Zo ziet ze hoe de vogels in onze tuinen zich ontwikkelen, zodat we ze beter kunnen helpen en beschermen.

Huismus

Hoewel de huismus elk jaar hoog scoort tijdens de Vogeltelling, heeft de Vogelbescherming toch enkele tips om deze favoriete tuinvogel een beter leven te geven. Net als andere vogels heeft de huismus behoefte aan voedsel, veiligheid en een plekje om zich voort te planten. Op alle drie deze vlakken liggen echter gevaren op de loer.

- Moderne, goed geïsoleerde huizen hebben geen gaatjes, kieren, nisjes en holtes. Wanneer oude huizen geïsoleerd of verbouwd worden, verdwijnen de nestplekken soms onbedoeld. Terwijl deze nestplekken wettelijk beschermd zijn!
- Onze tuinen en het openbaar groen worden steeds strakker en kaler. Er zijn meer tegels en stenen gekomen en juist minder inheemse planten die insecten trekken. In de eerste twee weken worden de jongen gevoerd met (eiwitrijke) bladluizen en andere insecten. Dat is cruciaal voor hun overleving.
- Struiken en hagen zijn belangrijk als dekking voor vijanden en om mussenkolonies met elkaar in contact te houden. Kolonies kleiner dan tien paartjes kunnen niet zelfstandig bestaan zonder aanvulling van andere kolonies.