Voedselbos Ketelbroek – In Groesbeek bij Nijmegen ligt Ketelbroek, het eerste voedselbos van Nederland. Een bijzonder stuk natuur waar landbouw volledig op ecologische manier wordt bedreven. Een techniek die ook wel permacultuur wordt genoemd, waarmee bedoeld wordt dat deze vorm van landbouw ecologisch duurzaam en tegelijkertijd economisch rendabel is.
Voedselbos Ketelbroek
Natura
Initiatiefnemer Wouter van Eck is met zijn voedselbos een pionier. Begonnen in 2010 ontwikkelt het voedselbos zich tot een bijzondere biotoop met jaarlijks rijkere oogsten en meer soorten dieren en insecten die er een ideale leefomgeving vinden. Ketelbroek is inmiddels opgenomen in de Natura 2000-lijst. Een lijst van beschermde en door het ministerie van Economische Zaken erkende natuurgebieden in Nederland.
Om geïnteresseerden te laten ervaren hoe permacultuur in zijn werk gaat en hoe een voedselbos er nu precies uitziet, worden er in het voorjaar, op afspraak, ronddelingen georganiseerd.
Lees hieronder het inspirerende verhaal van het voedselbos Ketelbroek.
Het land van Wouter is niet meer de kale akker die het zes jaar geleden nog was
door: Wouter van Eck
Stil, dat is het eigenlijk zelden op ons perceel. Soms klinkt wel zeer luid geroep als een fazant verschrikt opvliegt. Of je hoort het klepperen van de ooievaars die elkaar op hun nest begroeten. Af en toe worden zij brutaal overstemd door het luide gekwaak van tientallen groene kikkers in het poeltje. Talrijke zangvogeltjes bieden voortdurend tegen elkaar op. Bijen en hommels zoemen overal. Al die dieren zijn de reden dat we op een plaatselijke kaart inmiddels als natuurterrein zijn gemarkeerd. Leuk, maar wij produceren hier voedsel. Dit is een landbouwperceel.
Toegegeven, het is niet meer de kale akker die het zes jaar geleden nog was. Toen werd hier mais verbouwd. Een monocultuur, met gebruik van veel mest en gif. Vogels en insecten hebben op zo’n akker niet veel te zoeken, het bodemleven is er zeer beperkt.
Ieder jaar neemt de bodemvruchtbaarheid verder toe
Ons landbouw systeem is een polycultuur. Honderden bomen en struiken vormen nu een jong voedselbos. Grote bomen, kleinere bomen, struiken, klimmers, kruiden en kruipers zijn hierbij zo geplant dat we de ecologische principes van een natuurlijk bos proberen te stimuleren. Een bos groeit helemaal vanzelf. Ieder jaar leven daar meer soorten, ieder jaar neemt de bodemvruchtbaarheid verder toe. Dat gebeurt zonder dat een boswachter hoeft te mesten, te spuiten of te gieten…
Kale akker: keihard werken
Wat een contrast met al die kale akkers en lege weilanden in ons land. Dat is een systeem waarbij de meeste boeren en tuinders keihard moeten werken. Ploegen, eggen, zaaien, wieden, mesten, spuiten, irrigeren en weer doorgaan… Maar na al dat werk, na de oogst ligt de bodem er weer even kaal bij als in het begin van het jaar. Terug naar af. Geen wonder dat er meer insecten en vogels in de stad voorkomen dan in het landelijk gebied. Wat moeten ze daar eten, waar kunnen ze nog nestelen of overwinteren?
Permaculuur
Het was lang een droom voor ons om te proberen landbouw en natuur te combineren. Inmiddels weet ik dat die droom in de wetenschap agro-ecologie heet. Door anderen wordt het ook wel permacultuur genoemd wordt (naar permanente agricultuur). Wij zijn uiteindelijk gewoon begonnen op die kale akker. We hebben veel, heel veel eetbare soorten aangeplant. De meesten zijn goed gaan groeien, tussen het woekerend onkruid, dat hen wat beschutting geeft tegen windstress. Er kwamen luizen, rupsen, slakken en ontstellend veel muizen. Inmiddels zorgen al die insectenetende vogels voor een prettiger, natuurlijk evenwicht. Kikkers en padden doen zich tegoed aan de resterende slakken. Ooievaar, torenvalk en wezel hebben die muizen ver teruggedrongen.
Kruimelige bodem
De bodem wordt onder een tapijtje van organisch materiaal al losser, meer kruimelig. Net als in een bos wordt regen goed vastgehouden, je ziet geen plassen en er is geen erosie. In de droogte van de zomer blijkt juist deze bodem voldoende vocht te kunnen bieden om de struiken en bomen goed te laten groeien. Een bosbodem is als een enorme spons, waar jaarlijks ook nog eens heel wat kooldioxide wordt vastgelegd.
Van daslook tot gember
We leveren nu iedere week verse producten aan een restaurant: De Nieuwe Winkel in Nijmegen, door de NRC uitgeroepen tot een van de beste groenterestaurants van Nederland! In maart kunnen we al het smakelijke blad van daslook oogsten, in oktober snijden we nog de pittige bloemen van de Japanse gember.
Cider, kastanjemeel, walnotenolie, chutney, marmelade…
De komende decennia zullen de oogsten verder toenemen, vooral dankzij de dan grotere bomen. We ontwikkelen plannen voor cider, kastanjemeel, walnotenolie, chutney, marmelade… De eerste pijnboompitten worden over 35 jaar verwacht, het wordt boeiend om te zien of de pecannoten zich hier ook thuis gaan voelen.
Dat we al die lawaaiige dieren op ons perceel horen, dat komt natuurlijk ook omdat we zo weinig machines nodig hebben. Niet ploegen of eggen, niet spuiten, geen irrigatie, geen blaadjes blazen… Dat scheelt wat herrie van tractoren en dieselgeneratoren. Het scheelt gelukkig ook wat rekeningen. Toegegeven, dit landbouwmodel kun je beter niet realiseren als je vanaf het begin moet cashen (bijvoorbeeld omdat de bank dat van je eist). De toekomst biedt ons wel groeiende productie en groeiende inkomsten. En een plek, zo mooi, dat je er stil van wordt.
Meer informatie:
Ketelbroek
Ekoland, september 2013
foto-inzet, met dank aan mergenmetz
intro-foto: Andreas Krappweis
Noot: De Voedselbrigade claimt Sualmana in Swalmen als oudste voedselbos van Nederland. Lees daarvoor dit artikel: Het oudste voedselbos in ons land ligt in Swalmen.
Nog meer over voedselbossen
Lees ook deze artikelen op GroenVandaag:
Het voedselbos verklaard door Madelon Oostwoud
Park met lichtgevend bomen en mobiel voedselbos
Het oudste voedselbos in ons land ligt in Swalmen