LEIDEN – De doerian. De Indische fruitmarkt (pasar buah) is een schier eindeloze symfonie van kleuren en geuren. Onder de luifels hangen trossen goudgele bananen en overal staan manden vol dieprode rambutans, donkerpaarse manggistans, geelgroene papaja’s, lichtgroene stervruchten en andere kleurrijke Nusantaraanse rijkssieraden.
Doerian: de rottende rijksappel
Door Norbert Peeters
Hortus botanicus Leiden
Doerian
In het juiste seizoen pronkt tussen deze kleurenpracht aan regalia de ware rijksappel van Indonesië: de doerian (Durian zibethinus). Uitgestald als een piramidevormige stapel kanonskogels stralen deze vruchten weinig vorstelijke allure uit.
Rumphius beschrijft de bizarre botanische vertoning in zijn Kruidboek als een forse bolster ter grootte ‘van een kleen mans hooft’ en het gedaante van een ‘t’zamen gerolden Eegel’. Maar de doerian is vooral berucht vanwege zijn welhaast ondraaglijke geur. De weeïge lucht van ‘rottende ajuynen’ die deze stinkvrucht verspreidt, overstemt zelfs het kruidige aroma van kreteksigaretten en de mierzoete geur van tjendol.
Toch prijst Rumphius de vrucht als de ‘Alderlekkerste in gansch India’. En volgens de Britse ontdekkingsreiziger Alfred Wallace (1823-1913) is alleen al het proeven van een doerian een reis naar de Oost waard.
Bestoven door vleermuizen
De witte bloemen van de doerianboom ontspruiten direct aan de asgrauwe takken en stam, en worden ’s nachts bestoven door vleermuizen. Na bestuiving en bevruchting duurt het zo’n drie maanden voordat de vruchten rijp zijn. In die periode is het onverstandig om het bos te betreden, schrijft Wallace: ‘Als een vallende doerian iemand raakt, veroorzaakt hij een vreselijke wond, want de harde stekels rijten het vlees open en de klap komt hard aan.’
De scherpe zeshoekige punten, ‘als lange en spits geslepene diamanten’, waarmee de doerian is bezet, geven de vrucht het voorkomen van een reusachtige citrienkristal. Aan dit doornachtige pantser dankt de doerian ook zijn naam (duri is Maleis voor doorn).
Nadat de vrucht enige tijd op de grond heeft gelegen, begint de dikke bolster scheuren te vertonen. De vrucht is verdeeld in een vijftal compartimenten (vijfhokkig). Elke vruchtvleeskamer omgeeft een aantal kastanjevormige zaden ter grootte van ‘duiven Eyren’. Maar er moet wel een machete (klewang) aan te pas komen om bij het witgele vruchtvlees te geraken.
Rijk van smaak
De doerian is stinkend rijk van smaak. Rumphius vergelijkt het met room van melk en Spaanse blanke vla. In The Malay Archipelago overtreft Wallace de lofzang van Rumphius: ‘Machtige boterachtige custardvla, op smaak gebracht met amandelen, is nog de beste beschrijving, maar dan bijgemengd met wat vleugjes van smaken die doen denken aan roomkaas, uiensoep, bruine sherry en andere onverenigbare zaken.’
Mensen zijn niet de enigen die genieten van de unieke, onweerstaanbare smaak van de doerian. De stank van tenenkaas en zweetsokken die een rijpe doerian verspreidt, trekt ook de bijzonderste dieren van heinde en verre aan. Maar alleen grote zoogdieren zoals neushoorns, honingberen, olifanten, tapirs, makaken en vooral orang-oetans bezitten voldoende vaardigheid en kracht om de doornige doosvrucht te openen.
Toch kunnen ook kleinere soorten zoals eekhoorns, kevers en mieren meesmullen van de overblijfselen van dit feestmaal. Zelfs carnivoren zoals panters en tijgers zijn verzot op het vruchtvlees. Rumphius beschrijft hoe lokale bewoners doerians inzetten om civetkatten te vangen.
Forse fruiteters
De doerianboom catert voedzaam vruchtvlees aan forse fruiteters. Maar niet geheel onbaatzuchtig. Gezien vanuit de plant dient de vrucht als lokmiddel ter verspreiding van de zaden. Dat doet de doerian niet via opvallende kleuren. Veel grote zoogdieren zijn immers kleurenblind maar beschikken wel over een sterk ontwikkelde reukzin. Dit weet de doerian op een sluwe manier aan te wenden door een penetrante lucht te verspreiden, zodra de vruchten volgroeid zijn.
In de plantkunde spreek je van zoöchorie, samengesteld uit de Griekse woorden zoo, dat ‘dier’ betekent, en chorous, dat ‘verspreiden’ betekent. Deze vorm van zaaddispersie kun je verder onderverdelen in twee strategieën, zogeheten endo- en epizoöchorie.
Verspreiding van het zaad
Bij endozoöchorie zijn de vruchten aangepast op verspreiding via een spijsverteringskanaal. Zo ook bij de doerian. Een onwetende olifant scheurt de bolster open en slurpt de boterige pulp met pit en al op, om die pit vervolgens onaangetast op een andere plaats uit te poepen.
Epizoöchorie wil zeggen dat een dier de zaden uitwendig verspreidt. Ook deze strategie past de doerian toe. Hoewel mensen, maar ook andere aapachtige zoals makaken en orang-oetans, de pit niet kunnen inslikken, dragen zij toch hun steentje bij door de pit af te kluiven en vervolgens te weg te gooien.
Georg Everhard Rumphius (1627-1702) was een Duits militair, architect, geograaf en koopman. Hij geniet vooral faam voor zijn werk als botanicus faam. Hij verbleef 49 jaar op Ambon en is de auteur van Het Amboinsche kruidboek.
Norbert Peeters is filosoof, archeoloog en schrijver. In 2016 werd zijn boek Botanische Revolutie, de plantenleer van Darwin genomineerd voor de Jan Wolkers-prijs.
GroenVandaag en Hortus botanicus Leiden hebben in 2017 een exclusieve samenwerking. Hortus Leiden zal een vaste rubriek op GroenVandaag verzorgen, waarin wetenswaardigheden over bloemen & planten uit Azië centraal staan. Dit in het kader van de tentoonstelling die dit jaar in Hortus botanicus Leiden te zien is. De doerian is de zevende aflevering. Zie hier Peeters andere artikelen over kroonjuwelen uit Azië.
Foto’s: Hortus botanicus Leiden.